Wilde Beestenpad Aalsmeer

Leuk dat je mee gaat doen aan het Wilde Beestenpad van Aalsmeer. Je gaat lekker wandelen hier in het park. Onderweg kom je 13 paaltjes tegen met wilde beesten. Bij elke paal is er een vraag en soms ook een doe-opdracht. Heel veel plezier met deze wandeling.

Het paaltje van de mol is er helaas vanaf gehaald. Deze wordt zo snel mogelijk vervangen.

Onderaan deze pagina staan de juiste antwoorden. Maar niet stiekum spieken hoor.

1. Gans

Vraag: Waar brengen ganzen het meeste van de tijd door?

1. Op het land
2. Op het water
3. Onderwater

2. Hert

Vraag: Een hert kan goed ruiken, op hoeveel kilometer kan hij jou ruiken?

1. 1 kilometer
2. 500 meter
3. 5 kilometer

Doe-opdracht: Maak je eigen gewei met twee takken.

Beweegopdracht: Kun jij net als een hert huppelen? Huppel met je gewei op je hoofd naar de volgende paal.

3. Egel

Vraag: Hoeveel stekels heeft een egel op z’n rug?

1. 2000 tot 5000
2. 4000 tot 6000
3. 6000 tot 9000

Doe-opdracht: Egels kunnen niet zo goed zien. Doe je ogen dicht en kun je dan voelen wie er voor je staat?

Beweegopdracht: Een egel kan zich klein en rond maken, kun jij dat ook? Probeer je zo klein en rond als een egel te maken.

Loop over de brug en vervolg je route.

4. Uil

Vraag: Hoe oud kan een uil worden?

1. 10 jaar
2. 15 jaar
3. 20 jaar

Doe-opdracht: Verzamel takjes en maak in een boom een uilennest.

Beweegopdracht: Beweeg je hoofd heen en weer. Hoeveel verschillende bewegingen kun je allemaal maken met je hoofd? Voorbeeld: Leg je oor op je schouder. Lukt dat?

5. Konijn

Vraag: Via welk orgaan zweten konijnen?

1. Hun mond
2. Hun oren
3. Hun vacht

Beweegopdracht: Spring zo ver als een konijn. Hoe ver spring jij?

Ga rechtsom naar de volgende paal.

6. Wolf

Vraag: Van wie is de wolf familie?

1. van een kat
2. van een hond
3. van een wild zwijn

Doe-opdracht: Doe een wol na, huil als een wolf

Beweegopdracht: Als een wolf op jacht is loopt hij voetje voor voetje. Ervaar dit zelf en loop tot de steiger voet voor voet.

Loop de steiger helemaal af naar de volgende paal.

7. Muis

Vraag: Blijven de tanden van muizen hun hele leven lang groeien?

1. Ja
2. Nee

Doe-opdracht: Een muis kan heel stil zijn. Lukt het jullie om zonder te praten naar het volgende paaltje te trippelen op je tenen? Psst, spits je oren en luister goed naar alle dieren op je heen.

Ga linksaf naar de volgende paal.

8. Lieveheersbeestje

Vraag: Wat betekenen de stippen op de rug van het lieveheersbeestje?

1. Hoe oud hij is
2. Geeft aan wat voor soort het is
3. Hoe oud hij wordt

Doe-opdracht: Tik met je vinger een aantal stippen op de rug van iemand ander. Hoeveel stippen telt die ander?

Beweegopdracht: Beweeg je armen heen weer (vliegen) en maak tot het volgende paaltje vliegbewegingen.

9. Slakken

Vraag: Hoe oud is de oudste slak in Nederland?

1. 2 jaar
2. 15 jaar
3. 30 jaar

Doe-opdracht: Lukt het jou binnen 5 minuten een slak te vinden?

Beweegopdracht: Een slak beweegt heel langzaam. Hoe langzaam kun jij lopen?

Ga de brug over en ga op zoek naar de volgende paal.

10. Mol

Vraag: Houdt een mol een winterslaap?

De Mol is onder de grond gegaan, want daar vindt de mol het heel erg fijn

1. Ja
2. Nee

Doe-opdracht: Zoek een mollenhol. Heb je er 1, zeg hem gedag.

Beweegopdracht: Een mol beweegt zijn klauwen om te kunnen graven. Kun jij je vingers alle kanten op bewegen?

Loop door naar het bruggetje en ga rechtsaf.

11. Vos

Vraag: Hoe hoog kan een vos springen?

1. 2 Meter
2. 1 Meter
3. 3 Meter

Doe-opdracht: Een vos kan goed sluipen, maak je klein en sluip naar het volgende paaltje.

Beweegopdracht: Het vossenspel. Iemand (de vos) is de tikker. Als de vos tikt, ben jij de nieuwe vos.

12. Eekhoorn

Vraag: Hoeveel dennenappels en zaden eet een eekhoorn op 1 dag?

1. 50
2. 70
3. 100

Beweegopdracht: Een eekhoorn heeft een lange staart. Kun jij ook met je billen alle kanten op bewegen?

13. Vleermuis

Vraag: Hoe kan een vleermuis voedsel vinden?

1. Door te ruiken
2. Door al vliegend geluiden uit te zenden
3. Ze hebben zulke goede ogen dat zij al gauw voedsel kunnen zien

Doe-opdracht: Ga op zoek naar insecten. Dat is namelijk voedsel voor vleermuizen. Let op: vleermuizen zorgen niet voor overlast, dus doe dit stilletjes.

Dit was de laatste opdracht. Leuk dat je hebt meegedaan. Weet je dat je ook kunt spelen bij de kinderboerderij en de boerderijdieren kunt ontmoeten.

Antwoorden (niet stiekem spieken hè…)

• Gans: Hoewel deze vogels watervogels zijn, brengen ze het grootste deel van hun tijd op het land door. Ze kunnen zwemmen en doen dat ook, maar ze brengen ook tijd buiten het water door.
• Hert: Een hert kan jou op 1 km afstand al ruiken
• Egel: Een egel heeft 8000 stekels
• Uil: 20 jaar
• Konijn: hun oren
• Wolf: Een wolf is familie van de hond
• Muis: De tanden van een muis groeien hun hele leven
• Lieveheersbeestje: De stippen op het lieveheersbeestje geven aan wat voor soort het is
• Slakken: 30 jaar
• Mol: een mol houdt geen winterslaap
• Vos: Een vos kan 2 meter hoog springen
• Eekhoorn: De eekhoorn eet 100 zaden en dennenappels op een dag
• Vleermuis: Alle vleermuizen maken gebruik van echolocatie om voedsel te vinden. Al vliegend zenden zij geluiden uit waarmee ze insecten kunnen opsporen en vangen. De meeste mensen kunnen deze geluiden niet horen.